Dronetoepassingen nemen letterlijk een vlucht. Dit biedt enorme kansen voor het verlenen van hulp aan hulpverleners, de inspectie van vitale infrastructuur en gebouwen, en het vervoer van goederen en personen. Maar als je dronetechnologie of anders gezegd Urban Air Mobility (UAM) voor je stad wilt inzetten, moet je ook oog hebben voor de impact die het heeft op inwoners en op de andere gebruikers van het luchtruim. Het Europese project AMU-LED (Air Mobility Urban – Large Experimental Demonstrations) voert daarvoor deze zomer meerdere demonstratievluchten uit boven stedelijk gebied, waaronder Amsterdam, Enschede en Rotterdam. Op 9 augustus is Enschede aan de beurt. Aan dit internationale project doen naast grote spelers als Boeing en Airbus, ook Nederlandse organisaties zoals NLR, AirHub en het drone-innovatiecluster Space53 uit Enschede mee.
Drones zijn het stadium van leuke, vliegende camera’s voorbij. De dronetaxi’s en transportdrones van nu zijn serieus gereedschap voor talloze toepassingen in vele sectoren. Door het inzetten van drones voor medische transporten, een extra paar ogen bij een brand, beveiliging van terreinen, inspecties van gebouwen en uiteindelijk het vervoer van vracht en personen door de lucht kunnen drones hun meerwaarde krijgen voor de maatschappij. De demonstratievluchten boven Enschede hebben als doel de sociale impact van deze technologie aan te tonen. In Amsterdam ligt de focus op publieke acceptatie en in Rotterdam op economische (meer)waarde van dronetoepassingen.
Luchtverkeersleidingsysteem voor drones
Een sleutel tot het succes bij de realisatie van een dronenetwerk is U-space, een luchtverkeersleidingssysteem voor een veilige integratie van drones in het luchtruim. Net als de luchtverkeersleiding voor regulier vliegverkeer zorgen de afspraken en protocollen binnen U-space ervoor dat dronevluchten veilig en efficiënt worden uitgevoerd. U-space is in hoge mate geautomatiseerd. En heeft ten opzichte van reguliere luchtverkeersleiding minder menselijke interactie en capaciteit nodig om vluchten tegelijkertijd af te handelen.
Onderzoek naar sociale impact drones
Tijdens de dronedemonstratie in Enschede test Space53 scenario’s op en rondom Twente Airport (onderdeel bedrijvencampus Technology Base). Deze scenario’s laten zien hoe verschillende luchtgebruikers veilig met elkaar communiceren en samenwerken. Allereerst vliegt een transportdrone van een fictief ziekenhuis – in een weiland aan de rand van de stad – met medische goederen aan boord naar Twente Airport. De medicijnen levert de drone af bij de traumahelikopter ter plaatse. Vervolgens wordt een patiënttransport gesimuleerd vanaf Evenementenlocatie Vliegbasis Twente naar het fictieve ziekenhuis. Tegelijkertijd inspecteert een andere drone een gebouw naast het ziekenhuis en stijgt de traumahelikopter met de medicijnen op vanaf Twente Airport. Belangrijk is hierbij dat de vluchten voorrang krijgen op basis van urgentie. Dit regelt speciaal hiervoor ontwikkelde software op basis van vooraf gemaakte protocollen. Zo zullen de inspectiedrone en de traumahelikopter in dit geval het patiënttransport voor moeten laten gaan. Het laatste scenario laat een langeafstandsvlucht zien vanaf brandweerkazerne Glanerbrug naar Twente Safety Campus om een brandblusser af te leveren.
Martijn Mennen, programmamanager Space53: “Wij zijn trots om Enschede als dronehoofdstad van Europa en onze innovatieve partners te vertegenwoordigen in het AMU-LED consortium. Daarmee leveren wij een bijdrage aan een veilige integratie van waardevolle dronetoepassingen zoals ondersteuning van hulpverleners en (urgent) transport. Belangrijke ontwikkelgebieden binnen ons ecosysteem. Op dit moment is het lastig om drone-innovaties op de markt te brengen en te gebruiken in de dagelijkse praktijk. De regelgeving is hier nog sterk in ontwikkeling en is bovendien verschillend per land. Met onze tests leveren wij een bijdrage aan de uitwerking van U-space, een grensverleggende vernieuwing als het om gezamenlijke afspraken, protocollen en standaarden gaat die onbemande luchtvaart mogelijk maken in heel Europa.”
Jan Schuring, directeur Technology Base en Twente Airport: “Dankzij de goed onderhouden en lange start- en landingsbaan, de grote open ruimte, de bestaande infrastructuur, het relatief rustige luchtruim en de strategische ligging, is Twente Airport de ideale luchthaven voor het veilig testen, valideren, certificeren en demonstreren van nieuwe mobiliteitsvormen zoals Urban Air Mobility.”
Meerdere Europese testvluchten
De Nederlandse demonstraties worden onder leiding van het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) uitgevoerd. Daarnaast zijn er ook andere Europese testvluchten gepland. De testvluchten zijn eind juni gestart in Cranfield (VK), het doel hier was om aan te tonen dat de oplossing, technologieën en systemen van AMU-LED er klaar voor zijn. Een tweede demonstratie in Cranfield staat voor september gepland. De laatste demonstraties van AMU-LED gebeuren in Santiago de Compostela in Spanje waar alle voorgaande aspecten worden gecombineerd. Deze staan vluchten gepland voor september en oktober.
Over AMU-LED
De Europese Commissie werkt momenteel aan een Europees geldend systeem genaamd U-Space. Dit is een set aan afspraken, protocollen en technische standaarden waarmee het toenemende onbemande verkeer in de onderste 150 meter van de luchtlaag veilig kan verlopen. Voordat het U-space systeem kan worden ingevoerd moet er eerst het nodige in de praktijk getest worden. Daarvoor is het project Air Mobility Urban – Large Experimental Demonstrations – afgekort AMU-LED – in het leven geroepen, een grootschalig demonstratieproject dat is gefinancierd door SESAR Joint Undertaking in het kader van het EU-programma Horizon 2020 voor onderzoek en innovatie. Het project is in 2020 begonnen met twee hoofddoelstellingen: de veilige interactie aantonen tussen UAM en andere luchtruimgebruikers en het demonstreren van veilige UAM-vluchten.
This project has received funding from the SESAR Joint Undertaking (JU) under grant agreement No 101017702. The JU receives support from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation program and the SESAR JU members other than the Union.